Gedichten
Dat mijn echgenote Mila nou niet bepaald een vrouw is die stil kan zitten
blijkt wel uit al haar belevenissen. In ons huwelijk heeft zij dan ook veel
dingen aangepakt. Éen van haar hobby's is dan ook nog het schrijven van
gedichten wanneer zij daarvoor in de stemming is. In de afgelopen jaren
heeft zij dan ook van tijd tot tijd een gedicht gemaakt welke ik u niet wil
onthouden. Op deze pagina een paar van haar hersenspinsels.
Retraite
Ik trek het gebed om me heen
als een donkere beschutte muur
als in een kloostercel
en treed san weer naar buiten
sterker bijeen geraapt.
Me terugtrekken binnen de
gesloten cel van mijn innerlijk
wordt voor mij een steeds
grotere realiteit en
ook meer nuchterheid.
Die innerlijk geconcentreerdheid
richt hoge muren om mij heen óp
waarin ik mijzelf weer terugvind
me uit alle verstrooingen
weer bijeenraap tot één geheel.
En ik zou me kunnen voorstellen
dat er tijden komen totdat ik
eindelijk voIelde dat er beschutte
muren om me heen kwamen te staan
waarbinnen ik niet uiteen kan vallen
en mijzelf verliezen
en ten gronde gaan
Mila, 1997
Het Absolute
Zoveel kleine splintertjes
van het eigen ik
die de weg versperren
nssr ruime gebieden.
Die begrensde ik,
met haar wensen die
elleen op bevrediging van
dat hoogste IK uit zijn.
Ja, ik dwaze, idiote
onlogische vrouw.
Ik zoek het paradijs
en het Absolute.
En ik weet toch met
mijn voortreffelijk
functionerende hersenen
dat er niets absoluut is.
Dat alles relatie is
en eindeloos genuanceerd
en in eeuwige beweging
en juis daaróm zo boeiend
en bekorend, maar ook zo heel
erg smartelijk;
het geboren worden tot
innerlijke zelfstandigheid.
Mila 1997
Lieder ohne Worte
Mijn vingers kneden een zittend
figuur, armen slap langs knieën
het baardloze gezicht vlak
in afweer, de mond verworden
tot een streep.
Een Krekel
extreem uitvergroot
omhelst in overgave
de voelsprieten tot
over de schouders.
Je vindt geen herkenning;
een steek doet mijn hart
in ritme krimpen:
agigato, forto, adagio
moderato, pianissimo.
Lieder ohne Worte.
Mila 1997
Mila
De Krekel